Sinds het midden van de 19e eeuw werd niet alleen in de bekende speelgoedsteden Neurenberg en Fürth, maar ok in Zirndorf spellgoed gemaakt van blik. In kleine handwerkbedrijfjes vervaardigden Flaschner en Guertler zogenaamde „Schlottern". Vanaf 1880 werden ook nog draaitollen en blikken trompetten, speeldozen en spaarpotten, speelgoedovens en blikken bestek geproduceerd. Door de overgang van handgemaakte produktje naar machinale produktie kon het speelgoed in steeds grotere hoeveelheid en goedkoop vervaardigd worden. In vijf ruimtes toont het museum aan de Hand van de geschiedenis van verschillende bedrijven de verdere ontwikkeling van de speelgoed-industrie in Zirndorf. Naast de tentoongestelde voorwerpen in de talrijke vitrines zijn in een ruimte een arbeiderswoning en een werkplaats nagebouwd. Zirndorf veranderde binnen enkele tientallen jaren van een plattelandsgemeente naar een industriestad in de metaalsector. De speelgoedfabrikanten exporteerden tot 90% van hun gezamelijke produktie naar het buitenland.

Op de bovenverdieping van het museum wordt het noodlot van Zirndorf geschilderd tijdens de 30-jarige oorlog. In 1632 kwam het in de buurt van de Oude Veste, waar Opperbevelhebber Albrecht von Wallenstein een bivak had ingericht tot gevechtshandelingen met Gustav II. Adolf van Zweede. Eigentijdse schilderingen van het kampleven, het lot van de soldaten en de burgerbevolking en het exacte verloop van de gevechten en de zinloosheid ervan maken een hoofdstuk uit de Frankische oorlogsgeschiedenis aanschouwelijk.

De ca 100² grote zaal op de zolder van het vakwerkhuis vult de historische collectie van het museum.